Terecht wordt een dier steeds meer beschouwd als een wezen met een eigen waarde in zichzelf en steeds minder als een ‘zakelijk object’ dat ten nutte staat voor de mens. Voor GroenLinks moet deze eigenheid de basis zijn voor het dierenwelzijnsbeleid. Dieren zijn in hoge mate afhankelijk van de mens. Tegelijk kunnen het welzijn van mens en dier niet los van elkaar worden gezien.

Voor veel mensen is het hebben van een gezelschapsdier van groot belang voor hun sociale leven, en een bron van vreugde. Maar ook een goede opvang van zwerfdieren, preventie door voorlichting, en sterilisatieacties zijn belangrijk, bijvoorbeeld vanuit het oogpunt van volksgezondheid. Ook het voeren van een goed natuurbeheer is belangrijk. Daardoor kunnen in het wild levende dieren zich in hun eigen leefgebied ontwikkelen en welbevinden. Dit draagt bij aan een gezond milieu maar ook aan het menselijk welzijn. Landbouwhuisdieren die een functie hebben voor voedselproductie, dienen op dierwaardige wijze te worden behandeld.

GroenLinks is daarom tegenstander van de bio-industrie, waarbij ‘productiedieren’ in megastallen worden gehuisvest, geforceerd worden opgefokt en vervolgens vaak honderden kilometers worden vervoerd om daarna op stressvolle wijze te worden geslacht.

In de door de gemeente Den Helder in 2010 vastgestelde nota Dierenwelzijn wordt aangesloten bij de vijf gewaarborgde vrijheden waaraan dierenwelzijn moet voldoen:

  • 1. Vrij van angst en ellende door het vermijden van ruwheid, grootschaligheid en biotechnieken;
  • 2. Vrij van pijn en ziekte, door tijd en zorg aan dieren te besteden en in te grijpen bij ziekte;
  • 3. Vrij van honger en dorst en met goede verzorging. Geen verwaarlozing onder het mom van natuurbeheer;
  • 4. Vrij van ongemak en onnodige beperkingen; dieren niet opsluiten of onnodig vastzetten;
  • 5. Vrij om normaal diergedrag te vertonen, het dier moet kunnen leven naar zijn natuurlijke aard.

Vanuit de twee laatst genoemde waarborgen is GroenLinks ook voor het weren van circussen waarin (wilde) dieren worden ingezet. Deze vijf uitgangspunten worden door GroenLinks ten volle onderschreven en dienen breed in het gemeentelijk beleid te worden ingepast. Daarom zien wij de nota Dierenwelzijn ook als een nota waaraan ander beleid moet worden getoetst, zoals milieu, het inrichten van wijken met voldoende groen, bouwverordeningen (nestmogelijkheid voor vogels), handhaving, volksgezondheid en minimabeleid. Op al deze onderdelen kan dierenwelzijn in het geding zijn. Wij pleiten er daarom voor om besluiten op andere toepasselijke beleidsterreinen altijd te toetsen aan de nota Dierenwelzijn, en deze nota te voorzien van een bindend uitvoeringsprogramma. Tot nu toe heeft de nota Dierenwelzijn helaas maar een zeer geringe invloed op het gemeentelijke beleid gehad.

Wat betekent dit voor de dierenwelzijnsorganisaties in Den Helder?

In onze stad zijn diverse organisaties actief die zich elk op hun eigen terrein bezig houden met dierenwelzijn. Het zijn organisaties die overwegend door vrijwilligers worden gerund. Zij zetten zich met enthousiasme in voor dieren en geven een grote bijdrage aan de samenleving. Naar de mening van GroenLinks verdienen zij daarvoor niet alleen de waardering, maar ook ondersteuning door de gemeente. Dat geldt wat GroenLinks betreft zeker voor ’t Schuthok, de Dierenambulance, de Vogelopvang, Amivedi en de Helderse Vallei / Kinderboerderij. Van deze laatste organisatie gaat ook een grote educatieve waarde uit, omdat kinderen kennis en liefde voor dieren wordt bijgebracht.

De gemeente moet in overweging nemen dat het overdragen van (wettelijke) taken aan vrijwilligersorganisaties al zeer kostenbesparend werkt. GroenLinks vindt dit een goede zaak, want bij gemotiveerde vrijwilligers komen bijvoorbeeld de zwerfdieren goed terecht. Dierenwelzijn is belangrijk voor dier én mens, en dat mag van GroenLinks ook geld kosten. Deze organisaties moeten voldoende worden gesubsidieerd zodat ze kostendekkend kunnen werken. Ook vinden wij dat de gemeente het begrip ‘wettelijke taak’ ten aanzien van de opvang van zwerfdieren zou moeten oprekken, en dit financieel mogelijk moet maken. Zolang het asiel nog onvoldoende plaatsingsmogelijkheden heeft, moet het mogelijk zijn deze dieren onderdak te blijven verschaffen.

GroenLinks heeft er geen bezwaar tegen als organisaties eigen inkomsten verwerven. Denk aan sponsoring of het vragen van bijdragen voor verleende diensten en het uitplaatsen van een dier. Ook zouden organisaties door meer samenwerking, mogelijk kwaliteits- en efficiencywinst kunnen behalen. Wij vinden echter wel dat de gemeente zich garant moet stellen voor een sluitende bedrijfsvoering. Uitbesteden van taken mag niet gelijk staan aan ‘over de schutting gooien.’ De dierenwelzijnsorganisaties moeten zich volledig kunnen richten op hun kerntaak zonder dat zij zich zorgen moeten maken over hun voortbestaan.

Wat betekent dit concreet voor ’t Schuthok?

Wat wij hierboven hebben geschreven geldt in het bijzonder ook voor ’t Schuthok. De gemeente heeft een wettelijke taak bij de opvang van zwerfdieren. Ook al heeft zij deze taak overgedragen aan ‘t Schuthok, de gemeente blijft hiervoor wel verantwoordelijk. Het dierenasiel vervult een belangrijke gemeentelijke taak. Financiële zekerheid en daarmee bestaanszekerheid is van groot belang om deze taak goed te kunnen vervullen. Gemeente moet wat GroenLinks betreft daar garant voor staan. Voor die taak is ook een kwalitatief goede accommodatie nodig. Het huidige gebouw vinden wij nogal gedateerd en krap bemeten. In hoeverre het gebouw nog voldoet aan de eisen is in de eerste plaats ter beoordeling van ’t Schuthok. Ook hier ligt echter een gemeentelijke verantwoordelijkheid. De gemeente moet zich open stellen en meedenken over mogelijkheden tot renovatie of eventuele nieuwbouw. Ook in financiële zin, naast sponsoring door particulieren. Misschien zou een gezamenlijke inzet van ’t Schuthok, de dierenambulance en de vogelopvang voor een nieuwe accommodatie hierbij versterkend kunnen werken.
In deze tijd van bezuinigingen moeten er prioriteiten gesteld worden. Wij vinden echter ook dat in Den Helder die prioriteiten al veel te lang niet hebben gelegen bij welzijn voor mens en dier.

Iedereen, ook met een smalle beurs, moet zich een huisdier kunnen permitteren.

GroenLinks zet zich in voor een sociale stad. Ook mensen met een laag inkomen moeten zich een huisdier kunnen veroorloven en dit medische zorg kunnen bieden. Een bezoek aan de dierenarts is voor deze mensen een grote financiële belasting. Wij vinden dat daarvoor een regeling moet worden getroffen. Onderzocht moet worden of deze kosten vergoed kunnen worden via de bijzondere bijstand, of door het met een gemeentelijke subsidie instellen van een speciaal spreekuur, bijvoorbeeld bij ’t Schuthok. Wij zullen ons voor het tot stand komen van deze vergoedingsmogelijkheid inzetten.